Hoe ik handelaar werd (en liefhebber) van kunst

Deel 1: De eerste jaren

Eigenlijk is mijn belangstelling voor oude dingen er altijd wel geweest. Ik ging altijd graag naar een museum om te kijken naar kunst en dingen uit het verleden. Ik kreeg ontzag voor een ding van grote ouderdom. Eigenlijk hebben alle ‘dingen’ een verhaal. Het verhaal gaat over hoe het ontstaan is, wat de functie van iets was en over het materiaal. Voor mij stopte het verhaal daar niet. Ik verbeelde me de tijd, de mensen en hoe ze eruit zagen, de omstandigheden waarin ze leefden en hoe de dingen ze van dienst waren in het dagelijks leven. Een religieus beeld heeft misschien troost gegeven in tijden van honger of oorlog, een kookpot van klei was heel belangrijk om het eten in te bereiden. Daarnaast had je ook dingen die mooi waren. Soms alleen maar om te pronken, maar ook vaak een gebruiksvoorwerp die prachtig versierd was. Vaak was dit vanuit status van de eigenaar; hij had geld en liet dat zien en verkreeg op die manier aanzien in de gemeenschap. Veel menselijke eigenschappen zitten in de dingen. Je moet ze alleen zien.

Wat een geweldige hobby

Ik was 23 jaar toen ik meeging met een kameraad naar zijn ouderlijk huis. Zijn moeder en haar vriendin hadden jarenlang spullen gekocht op rommelmarkten en kringloopwinkels. Het huis was in alle opzichten een museum. Ik keek mijn ogen uit. Ze hadden met veel liefde een grote collectie opgebouwd van allerlei spullen uit de geschiedenis en cultuur van Nederland. Ik vond meteen de oude reclameblikken het mooist; Droste, van Houten, Verkade. Niet alleen kleine blikken, maar ook grote winkelvoorraad blikken. Daarnaast oud speelgoed, ook veel van blik en vaak met prachtige afbeeldingen. We dronken koffie en ze vertelden over hun avonturen. Een vondst onderin een doos met troep, of een bijzondere situatie waardoor ze ineens in de gelegenheid kwamen om iets moois te kopen. Toen de bedragen werden genoemd, de waarde die de spullen hadden, snapte ik dat hier voor heel veel geld in huis stond. Ik moet eerlijk zijn, niet alleen de pracht maar ook het geld hadden mijn belangstelling aangewakkerd. Wat een geweldige hobby was dit! Voor een klein bedrag iets kopen en een prachtige collectie opbouwen en als de nood aan de man is iets verkopen om geld te verdienen. Ik kon me ineens geen mooier leven voorstellen als dat van handelaar in antiek.

kunsthandelaar worden

Eigenlijk vrij snel daarna liep ik met mijn kameraad op de rommelmarkten. Vitalis organiseerde, sinds jaar en dag, de grootste rommelmarkt van Noord Nederland in de bloemenveilinghallen van Eelde. Ik weet niet op wiens initiatief dit zo ontstond, maar we gingen elke week als we de kans kregen. Ook de zomermarkten waren leuk, ook georganiseerd door Vitalis. Annen, Gieterveen, Gasselte etc… In het begin kwamen we om 9.00 uur aan, maar na een tijdje kwamen we erachter dat dat geen goed idee was. Wilde je echt kans maken op een goede vondst, dan moest je om 7.00 uur en soms nog eerder aanwezig zijn.
Onze kennis was natuurlijk beperkt. We probeerden oude blikken en speelgoed te kopen, maar ik liet mijn oog al snel vallen op glas en keramiek. Ik had wat boekjes gekocht en ook veilinggidsen met opbrengsten erin. Uiteraard kwam je de spullen die op veilingen verkocht werden haast nooit tegen, maar het wakkerde de interesse verder aan.

Leergeld

Inkopen van antiek is een zaak van trial en error. Door te kopen leer je dingen en vooral wat je niet moet kopen. De stelregel dat je moet kopen wat je mooi vindt probeerde ik uit, maar dat werkte ook niet. In de jaren die ik voor me had verdween er veel geld in spullen die weinig waarde hadden; het begrip leergeld leerde ik zo kennen. Ik leerde mensen kennen die meer wisten en vroeg veel aan ze. Niemand was erg happig om kennis te delen, maar door mijn enthousiasme en omdat ik zelf ook kennis deelde, kreeg ik toch zaken te horen die me verder brachten. Hoe kan je een oud stuk glas herkennen, welke kleuren glazuur van ADCO aardewerk waren zeldzaam en dus duurder. De onderwerpen zijn oneindig, de diversiteit van spullen ook. Je komt voor een keuze te staan, ga ik me specialiseren of wil ik alles weten en dus generalist worden. De vraag is er wel en is ook eigenlijk belangrijk, maar voor mij was het meteen duidelijk. Ik wil zo veel mogelijk weten van zoveel mogelijk onderwerpen. Ik werd een alleseter. Dit zit in mijn karakter denk ik. Ook buiten de antiekwereld heb je specialisten en generalisten; het is een ‘way of life’ vermoed ik.

Lees het vervolg op deze blog “Hoe ik handelaar werd (en liefhebber) van kunst (Deel 2)”